Veelgestelde vragen door ouders / verzorgers

Heb je als ouder of verzorger vragen over je kind, bijvoorbeeld over de overstap naar een andere school? Dan raden we je aan om hierover in gesprek te gaan met iemand binnen de school, zoals de leerkracht of mentor. Als je nog vragen hebt waar je samen niet uitkomt, of als je meer informatie wilt dan vind je hier antwoorden op veelgestelde vragen.

Als jouw vraag niet wordt beantwoord, neem dan gerust contact met ons op via ons contactformulier. We zullen zo snel mogelijk reageren.

Ik maak me zorgen

Hoe bespreek ik mijn zorgen met school?

Als je je zorgen maakt over je kind, kun je in gesprek gaan met de leerkracht. Plan hiervoor een gesprek in op een rustig moment. Vertel waarom je een gesprek wilt, zodat de leerkracht weet waarover het gaat. De volgende vragen kunnen helpen bij het voorbereiden van de afspraak:

  • Waar maak je je zorgen over?
  • Met welke voorbeelden kun je je zorgen verduidelijken?
  • Wat zou je willen dat het gesprek gaat opleveren?

Het gaat bij ons thuis niet goed. Wat nu?

Er kan van alles aan de hand zijn waardoor het (even) niet goed gaat thuis. Als het niet goed gaat, wil je daar een verklaring voor vinden. Het kan dan fijn zijn om in gesprek te gaan met andere ouders/verzorgers of de school. Bij het zoeken naar een mogelijke verklaring, kan de school vragen gaan stellen over de thuissituatie.

Om inzicht te krijgen in de situatie zal er een gesprek plaats vinden tussen jou, de mentor en waar mogelijk ook je kind. Iedereen staat op een onderzoekende manier in het gesprek: wat neem je waar en wat doen bepaalde situaties met je?

Het kan zijn dat de mentor onderzoekende vragen stelt over de thuissituatie uit betrokkenheid. Als de vragen worden gesteld op een manier die jij niet prettig vindt, geef dit dan tijdens het gesprek aan.

De volgende vragen kunnen helpen bij het nadenken over wat je wel of niet wilt delen met de mentor:

  • Is er iets wat school over jouw kind moet weten?
  • Is er iets wat school over jouw leefomstandigheden moet weten?
  • Wat vind jij belangrijk voor je kind?

Het is belangrijk dat de behoeften van het kind voorop staan. Wat heeft jouw kind nodig om een fijne tijd op school te hebben? Je kunt daarbij aangeven dat je graag samen wilt onderzoeken wat er spelt en dat je graag informatie deelt over de thuissituatie in een open gesprek zonder oordeel.

Ik herken me niet in wat de coach/mentor zegt. Wat nu?

De mentor of coach heeft verteld dat hij zich zorgen maakt over de ontwikkeling van jouw kind op school. Jij herkent dit niet. Het is belangrijk om dan met elkaar in gesprek te blijven. Zo krijg je zicht op elkaars ervaringen met jouw kind. Op school kan jouw kind zich anders gedragen dan thuis. Zo kijk je als school en als ouder/verzorger op een andere manier naar jouw kind.

De volgende vragen kunnen helpen bij het voorbereiden van een gesprek met de mentor of coach:

  • Wat herken je in het gedrag van je kind op school?
  • Wat herken je niet?
  • Wat heb je nodig om meer zicht te krijgen op hoe het met je kind op school gaat?

Bedenk ook of je het prettig vindt als iemand anders van school of daarbuiten aanwezig is bij dit gesprek.

Waar kan ik ervaringen uitwisselen met andere ouders/verzorgers?

Het kan veel steun geven om ervaringen, vragen en zorgen te delen met ouders/verzorgers die in een soortgelijke situatie zitten.

Er zijn diverse verenigingen actief:

  • Oudervereniging Balans. Zij versterken de positie van kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag.
  • Ervaringskenniscentrum (Sch)ouders. Dit is een platform voor ouders/verzorgers van zorgkinderen.
  • Ouders & Onderwijs. Een landelijk initiatief waarin kennis en ervaringen van ouders/verzorgers worden gedeeld.
  • Pharos. Voor ouders/verzorgers met hoogbegaafde kinderen.
  • Coochem. Voor mensen die te maken hebben met hoogbegaafdheid in hun eigen leven en omgeving.
  • Impuls & Woortblind. Een vereniging voor en door mensen met ADHD, ADD, dyslexie en dyscalculie.

Mijn kind heeft ondersteuning nodig

Hoe voer ik een gesprek met school over extra ondersteuning?

Als je weet dat je kind extra ondersteuning nodig heeft, wacht dan niet te lang om dit te bespreken met de mentor. Plan een gesprek in op een rustig moment. Vertel waarom je een gesprek wilt, zodat de mentor weet waarover het gaat en zich kan voorbereiden. Overleg met de mentor wie bij dit gesprek aanwezig zijn en bedenk van tevoren of je zelf iemand wilt meebrengen naar het gesprek.

De volgende vragen kunnen helpen bij het voorbereiden van de afspraak:

  • Wat zou je willen dat het gesprek gaat opleveren?
  • Wat maakt dat je kind extra ondersteuning nodig heeft?
  • Met welke voorbeelden kun je duidelijk maken dat extra ondersteuning wenselijk is?

Welke vormen van extra ondersteuning zijn mogelijk?

Voor alle leerlingen zijn er afspraken gemaakt over passend onderwijs. Jouw kind kan extra ondersteuning krijgen op basis van die afspraken. Samen met school ga je in gesprek over passende ondersteuning voor jouw kind. Dat doe je tijdens een zorgoverleg op school. De afspraken over de ontwikkeling van jouw kind legt de school vast in een dossier. Soms kan school extra ondersteuning van buiten regelen. Dit wordt betaald door de school of het schoolbestuur.

Een school heeft zes weken de tijd om te onderzoeken of ze jouw kind de juiste ondersteuning kunnen bieden. In het schoolplan van de school staat beschreven welke zorg zij kunnen bieden.

Soms blijkt dat er meer nodig is dan dat de school op dat moment kan bieden. Het kan dan zo zijn dat je kind naar een andere school in de regio gaat. Dit kan een school voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of een school voor praktijkonderwijs (PRO) zijn. Dit gaat altijd in overleg met jou en je kind, want het gaat over zijn toekomst.

Meer weten? Kijk dan op Passend onderwijs.

Mijn kind heeft dyslexie. Welke hulp kan mijn kind krijgen?

Wanneer je kind dyslexie heeft, zal de school aangeven hoe je kind daar hulp bij krijgt. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de toetsing mondeling wordt gedaan, extra examentijd of extra begeleiding bij spelling. De school heeft daarvoor een dyslexie protocol. Deze kun je navragen bij de zorgcoördinator van de school van je kind. Op de website van Stichting Dyslexie en Steunpunt Dyslexie kun je meer informatie vinden.

Hier vind je tips voor hoe je thuis je kind met dyslexie kunt helpen.

Hier vind je de leidraad voor wanneer je kind met dyslexie op het voortgezet onderwijs zit.

Mijn kind is chronisch ziek. Welke hulp kan ik krijgen?

Wanneer je kind chronisch ziek is en onderwijs volgt, is het fijn om te weten wat de mogelijkheden zijn en waar je hulp kunt vinden. Hiervoor is een routekaart [LINK] ontwikkelt. Meer informatie kun je vinden op de website Zorgeloos naar school.

Wat is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)?

Een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is een verklaring waarmee je kind toegang krijgt tot het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of het praktijkonderwijs (PRO). Een TLV wordt gegeven door de Toewijzingscommissie van het samenwerkingsverband.

Hoe verloopt de procedure van een TLV-aanvraag voor mij als ouder/verzorgers?

Hoe de procedure verloopt van een TLV-aanvraag voor jou als ouder/verzorger vind je hier.

Wat is een ontwikkelingsperspectief plan (OPP)?

Een ontwikkelingsperspectief plan (OPP) is het plan dat de school maakt wanneer je kind extra ondersteuning nodig heeft. In dit plan staat wat de school jouw kind qua hulp kan aanbieden. De school moet minimaal één keer per jaar het OPP bespreken met de ouders of verzorgers van het kind

In het OPP komen doelen te staan die met jou en je kind worden besproken. Het OPP bestaat uit een uitstroomprofiel en een handelingsdeel.

In het uitstroomprofiel staat naar welk niveau de school toewerkt met je kind, welk onderwijs je kind na de middelbare school kan gaan volgen en wat voor soort onderwijs geschikt zou zijn. Het handelingsdeel bestaat uit hoe de school de doelen gaat bereiken en welke hulp er aangeboden wordt.

Over het handelingsdeel van de OPP heb je als ouder/verzorger instemmingsrecht. Het OPP is pas geldig wanneer je als ouder/verzorger hebt aangegeven het ermee eens te zijn, hiervoor moet je een handtekening zetten. Het is belangrijk dat je je kind hierbij betrekt.

Het gaat niet goed met mijn kind op school

Mijn kind wordt gepest. Hoe kan ik als ouder/verzorger mijn kind helpen?

Als je kind gepest wordt, is het belangrijk om er voor je kind te zijn. Samen kun je zoeken naar manieren om het pesten te stoppen:

  • Praat er met je kind over.
  • Bedenk samen hoe jullie het pesten kunnen stoppen.
  • Praat met iemand uit de omgeving waarin je kind gepest wordt, zoals een mentor.

Als het pesten aan blijft houden en er al gesprekken zijn gevoerd óf bij stalking, bedreiging, of afpersing, kun je samen met je kind contact opnemen met de politie.

Meer informatie over het stoppen van pesten vind je hier: Nederlands jeugdinstituut, Stop pesten nu en Opvoeden

Hier vind je do’s en don’ts voor ouders/verzorgers.

Mijn kind gaat met tegenzin naar school. Hoe kan ik als ouder/verzorger mijn kind helpen?

Ieder kind heeft weleens geen zin om naar school te gaan. Als je merkt dat je kind langere tijd met tegenzin naar school gaat, ga dan voor jezelf na wat je ziet bij je kind. Waardoor denk jij dat je kind met tegen zin naar school gaat?

  • Wat merk je aan je kind?
  • Kun je voorbeelden bedenken?
  • Wanneer is het begonnen?
  • Zijn er uitzonderingen?
  • Wat denk je dat er aan de hand is?

Ga op een rustig moment samen zitten met je kind. Bespreek wat je de laatste tijd ziet bij je kind en onderzoek samen of er iets aan de hand is.

  • Vertel dat je de laatste tijd iets opvalt aan het gedrag van je kind. Beschrijf wat je je kind ziet doen en vraag of hij dit herkent.
  • Geef aan dat je de indruk krijgt dat hij met tegenzin naar school gaat en vraag of dat klopt. Als het klopt, maak dan een lijst van dingen waar je kind tegen aan loopt, maar ook waar die blij van wordt. Als dat niet klopt, vraag dan of er mogelijk iets anders aan de hand is.
  • Onderzoek samen wanneer de momenten zijn waarop je kind geen last heeft van de tegenzin. En wat of wie kunnen je kind steunen om de tegenzin kleiner te maken?

Bespreek met je kind of het een goed idee is om de mentor te informeren, want ook een mentor wil graag dat je kind met plezier naar school komt.

Redenen voor tegenzin

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een kind tegenzin heeft. Zo kan je kind ‘afhaken’, omdat de leerstof te moeilijk is: het gaat te snel en je kind begrijpt de uitleg niet. Ook kan de leerstof te makkelijk zijn: je kind verveelt zich.

Er kan ook iets aan de hand zijn in het contact met andere leerlingen. Denk aan pestproblematiek, buitensluiting of ‘gedoe’ met vriendjes en vriendinnetjes. Of er is iets aan de hand in het contact met de mentor.

Het allerbelangrijkst is om samen met je kind te kijken wat er zou kunnen spelen en wat er nodig is om je kind weer met plezier naar school te laten gaan.

Hoe verder?

Bedenk, samen met de mentor, hoe jij het prettig vindt om op te blijven letten of de tegenzin minder wordt. Overleg hoe en wanneer je elkaar informeert en maak afspraken over wat je doet als de tegenzin niet verdwijnt, of terugkomt.

Als de tegenzin blijft of terugkomt, kun je de zorgcoördinator betrekken bij het gesprek over mogelijke oorzaken en oplossingen. Samen brengen jullie in kaart wat er al is geprobeerd en welke mogelijkheden er nog zijn.

Mijn kind heeft last van faalangst. Welke hulp kan mijn kind krijgen?

Wanneer je kind last heeft van faalangst kun je dit aangeven bij de mentor. Deze zal daar een melding van maken bij de zorgcoördinator. Voor faalangst zijn er training waar je kind aan mee kan doen. Je kunt bij de school, gemeente of CJG navragen wat de mogelijkheden zijn.

Mijn kind heeft twee keer zijn eindexamen niet gehaald. Welke mogelijkheden zijn er?

Wanneer je kind twee keer zijn eindexamen niet heeft gehaald, beslist de school wat er gebeurt.

Vanaf 16 jaar kan je kind volwassenenonderwijs (vavo) volgen of staatsexamen doen. Op de website voor Ouders en Onderwijs staat dit uitgelegd.

Ik zoek een school voor mijn kind

Wanneer gaat mijn kind naar de middelbare school?

Je kind gaat na groep 8 van de basisschool naar de middelbare school. Ze mogen op de basisschool blijven tot het einde van het schooljaar waarin ze 14 jaar worden.

Wanneer begin je met de keuze voor een middelbare school?

Het lijkt misschien nog ver weg, maar het is aan te raden om op tijd te beginnen met nadenken over wat je kind nodig heeft en je te oriënteren op toekomstige scholen. Dit kan al wanneer enigszins duidelijk is naar welk schooltype je kind gaat uitstromen. Dit wordt het uitstroomprofiel genoemd. Bij veel kinderen is dit gelijk aan het voorlopig advies in groep zeven, maar bij sommige kinderen is al eerder duidelijk wat het uitstroomprofiel gaat worden.

Je kunt het onderwerp schoolkeuze op de agenda zetten in het gesprek met de leerkracht. Je kunt ook met de leerkracht bespreken aan welke vaardigheden er nog gewerkt moeten worden om de overstap naar de middelbare school makkelijker te maken. De vraag die centraal staat is: wat kan de school en jij doen om een zo soepel mogelijke overgang naar de middelbare school mogelijk te maken?

Mijn kind is klaar met de basisschool. Hoe bereid ik me voor op de overstap naar de middelbare school?

De keuze voor een middelbare school is belangrijk voor jou en je kind. Denk vooraf na over wanneer en op welke manier je je kind wilt betrekken bij de overstap naar een middelbare school. Houd er rekening mee dat leerlingen met elkaar over de schoolkeuze praten. Om goed voorbereid de overstap naar de middelbare school te maken, kun je samen met je kind opendagen bezoeken. Ook kun je het hebben over de wensen en ideeën die je kind heeft bij de overstap naar een middelbare school.

Wat zijn belangrijke verschillen tussen de basisschool (primair) en middelbare school (voortgezet onderwijs)?

Er zijn een aantal punten waarop basisscholen (primair onderwijs, PO) van middelbare scholen (voortgezet onderwijs, VO) verschillen. Hieronder beschrijven we een aantal van de belangrijkste verschillen, zodat jij en je kind gemakkelijk de weg kunnen vinden in deze nieuwe wereld.


Grotere scholen en klassen

Middelbare scholen hebben (vaak) meer leerlingen dan op basisscholen. De gebouwen zijn groter, er zijn meer klassen en meer leerlingen in een klas. Voor alle leerlingen is dit wennen, maar al helemaal voor kinderen die vanuit het speciaal (basis)onderwijs naar regulier voortgezet onderwijs instromen. Voor hen is een gewennings- en overbruggingsperiode extra belangrijk.


Meer zelfstandigheid

Op de middelbare school wordt er steeds meer zelfstandigheid van je kind verwacht. Dit betekent ook dat de interactie met ouders/verzorgers zal veranderen. Op de basisschool was er laagdrempelig contact, maar op de middelbare school gaat dit anders. Ouders/verzorgers komen meer op afstand te staan.


Onderwijs is georganiseerd rond vakken

Lessen worden niet meer georganiseerd rondom de klas, maar rondom vakgebieden op de middelbare school. Je kind krijgt daarom te maken met verschillende docenten: elk met een eigen vakgebied en een eigen stijl van lesgeven.


Lang niet altijd een vast lokaal

Sommige middelbare scholen proberen de overstap voor nieuwe leerlingen te verkleinen door hen in de onderbouw een vast lokaal te geven. De docenten gaan dan elke les naar een ander lokaal, maar dit verandert vaak in de bovenbouw: dan verplaatsen de leerlingen elke les naar een ander lokaal.


Mentor/coach is het eerste aanspreekpunt

Op de basisschool sprak je direct met de leerkracht van je kind. Op de middelbare school is één van de vakdocenten aangewezen als de mentor van de groep van je kind. Deze mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders/verzorgers. Hoe de mentor kennismaakt met ouders/verzorgers en contact onderhoudt, verschilt per school en per mentor.

Tijdens mentoruren maakt de mentor de leerlingen wegwijs op school en worden studievaardigheden geoefend. Ook kunnen leerlingen met de mentor problemen bespreken. Als er zorgen zijn over een leerling, kan de mentor met hem in gesprek gaan. Hierbij wordt soms ook contact gezocht met de ouders/verzorgers. Als de mentor merkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, komt de zorgcoördinator in beeld.


Rol van de zorgcoördinator

De zorgcoördinator in het voortgezet onderwijs is verantwoordelijk voor extra onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. De rol lijkt daarmee op die van de intern begeleider op de basisschool.

Als je kind op de basisschool extra ondersteuning had, is het aan te raden om als ouder/verzorger al tijdens het schoolkeuzeproces een gesprek aan te vragen met de zorgcoördinator. De zorgcoördinator heeft het beste beeld van wat de school het kind wel of niet kan bieden.


Passend onderwijs

Net als in het primair onderwijs is in het voortgezet onderwijs een samenwerkingsverband actief dat zorgt voor passend onderwijs. Ze verschillen in hun werkwijze. Zo is de samenwerking met scholen en financiering anders geregeld in het voortgezet onderwijs dan in het primair onderwijs.


Neem de tijd voor de overstap

De overstap naar voortgezet onderwijs is een nieuwe wereld. Je krijgt te maken met nieuwe gezichten, andere uitgangspunten en financiële regelingen. Je kind en jij dienen daarin opnieuw de weg te gaan vinden. Begin daarom ruim op tijd en bereid je goed voor. Vraag ook naar de mogelijkheden die de scholen bieden om de overstap voor te bereiden.

Hoe vind ik een passende middelbare school voor mijn kind?

Het vinden van een middelbare school die aansluit bij de behoeftes van je kind is een zoekproces voor kind en ouder/verzorger. Welke scholen zijn er? Welke school past het beste bij mijn kind? Hoe en wanneer betrek je je kind bij dit zoekproces? En als je kind extra ondersteuning nodig heeft, dan wil je graag zeker weten dat de nieuwe school dat kan bieden.

Bespreek allereerst thuis met je kind wat die belangrijk vindt aan een nieuwe school. Weet ook dat de keuze voor een middelbare school wordt begeleid door de eigen leerkracht, eventueel in samenspraak met de intern begeleider.

Een overzicht van alle middelbare scholen vind je hier. Vanaf groep zeven kun je met je kind open avonden en dagen bezoeken van scholen in de buurt. Daarnaast kun je eens gaan praten met kinderen en ouders/verzorgers die al op de school zitten die je aanspreekt.

Heb je een specifieke hulpvraag voor een middelbare school? Maak dan een afspraak met de zorgcoördinator.

Kunnen arrangementen worden meegenomen naar het voortgezet onderwijs?

Arrangementen op de middelbare school worden op een andere manier georganiseerd en gefinancierd dan op de basisschool. Daarom kunnen de arrangementen van de basisschool soms niet worden meegenomen naar de middelbare school.

Het kan dan zo zijn dat de arrangementen die je kind eerst had, moeten worden aangepast. Dit kan variëren van stapje voor stapje afbouwen van de eerdere ondersteuning of tijdelijk extra steun bieden.

Welke keuzes er ook worden gemaakt, het is en blijft maatwerk en afhankelijk van de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van jouw kind. Dit is een gezamenlijke zoektocht met de school.

Wat is praktijkonderwijs?

Praktijkonderwijs zijn middelbare scholen waar leerlingen vooral leren door te doen. Er is veel begeleiding in kleine klassen. Met een opleiding op een praktijkschool kun je later praktisch werk gaan doen in bijvoorbeeld de techniek, zorg, persoonlijke verzorging of horeca. Ook kun je doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).

Hoe werkt het aanmelden op een middelbare school?

Wanneer je kind een keuze heeft weten te maken over naar welke middelbare school die toe wilt, kun je je kind aanmelden. Meestal krijg je van de basisschool informatie over het aanmelden bij de scholen in de buurt. Over het algemeen gaat het aanmelden via de website van de school. Je kunt ook per e-mail of brief aanmelden. Vraag dan altijd om bevestiging, zodat je bewijs hebt van je aanmelding.

Met wie kan ik contact opnemen voor vragen over een school?

Hier vind je de contactgegevens van alle scholen die onder het samenwerkingsverband regio Zutphen vallen.

Mijn kind is: hoogbegaafd, heeft ASS en/of ADHD. Welke school past er dan het beste bij mijn kind?

Wanneer je kind hoogbegaafd is, ASS heeft en/of ADHD heeft, kun je het beste bij de zorgcoördinator van de school navragen welke mogelijkheden er zijn. Je kunt ook de schoolgids van een school opvragen, waarin staat welke basis en extra ondersteuningsaanbod de school aanbiedt.

Mijn kind heeft misschien een andere school nodig. Wat nu?

Het kan gebeuren dat een andere school beter is voor jouw kind. Bijvoorbeeld omdat je kind hulp nodig heeft die deze school niet kan geven. Of dat een klas met minder kinderen beter is. Welke hulp jouw kind precies nodig heeft, moet in een ontwikkelingsperspectief (OPP) staan. Hierover overlegt de school altijd met jou. Samen gaan jullie op zoek naar de beste school voor je kind. Dat kan voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs zijn.

Wat is een onderwijskundig rapport (OKR)?

Een onderwijskundig rapport bevat informatie die de oude school met de nieuwe school deelt. Hierin staat de volgende informatie:

  • Naam, geboortedatum en andere administratieve gegevens.
  • Leerresultaten en schooladvies.
  • Informatie over gedrag en ontwikkeling.
  • Informatie over begeleiding.
  • Informatie over aan- en afwezigheid.

Staat er in het onderwijskundig rapport informatie waar je het niet mee eens bent? Dan kun je de school vragen om jouw opmerkingen toe te voegen. Vanaf 16 jaar kunnen dit ook opmerkingen van het kind zelf zijn.

Mijn kind heeft een visuele beperking. Waar kan ik terecht?

Wanneer je kind een visuele beperking heeft, kun je voor meer informatie terecht op de website van Bartimeus of Visio.

Mijn kind heeft een auditieve beperking. Waar kan ik terecht?

Wanneer je kind een auditieve beperking heeft, kun je voor meer informatie terecht op de website van Kentalis

Mijn kind zit thuis

Wat betekent het als mijn kind de vrijstelling van de leerplicht 5a toegekend heeft gekregen?

Als ouder of verzorger kun je voor je kind een vrijstelling van de leerplicht op grond van artikel 5a van de leerplicht aanvragen. Wanneer je kind de vrijstelling 5a krijgt toegekend, kan deze voor één jaar gelden, of tot het einde van de leerplicht. Als je kind de vrijstelling voor een jaar krijgt, moet je het jaar daarop weer een aanvraag doen voor een vrijstelling.

Wanneer de vrijstelling van kracht is, is het kind uit beeld bij de onderwijsinstellingen. Meestal is er aan het einde van het schooljaar contact tussen de leerplichtambtenaar, ouders/verzorgers en het kind. Er wordt dan samen bekeken of het kind weer naar school kan, of dat er nog een vrijstelling nodig is.

Je kind kan ook een vrijstelling van onderwijs tot de leerplichtige leeftijd krijgen. Doordat je kind niet meer leerplichtig is, zal je kind uit beeld zijn van de leerplichtambtenaar.


Welke mogelijkheden zijn er na een vrijstelling?

Als je informatie wilt over de mogelijkheden van onderwijs voor jouw kind na een vrijstelling, kun je het beste contact opnemen met de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar heeft de aanvraag voor de vrijstelling in behandeling genomen en is daardoor goed op de hoogte van de situatie van je kind. Samen met jou kan hij kijken of je kind (gedeeltelijk of tijdelijk) onderwijs kan gaan volgen.

Zodra de vrijstelling 5a is afgelopen, dragen de scholen en het samenwerkingsverband er zorg voor, samen met de gemeente en jeugdhulp, dat je kind zo goed mogelijk terugkeert in het onderwijs.

Mijn kind is tijdelijk niet in staat om naar school te gaan vanwege fysieke of psychische beperkingen. Wel heeft mijn kind motivatie en energie om onderwijs te volgen. Welke mogelijkheden zijn er?

Als jouw kind motivatie en energie heeft om onderwijs te volgen, dan is er maatwerk nodig én mogelijk. Om te onderzoeken wat het beste past bij je kind, organiseert school een gesprek met alle mensen die bij je kind betrokken zijn. Daar ben jij als ouder/verzorger bij, als het kan je kind, de leerkracht, de intern begeleider en eventuele andere professionals, zoals een leerplichtambtenaar. Samen wordt er gekeken naar wat er mogelijk is.

Via de Variawet kan jouw kind een aangepast onderwijsprogramma volgen. Een aantal mogelijke oplossingen zijn:

  • School maakt een aangepast programma. Je kind kan de lesstof die op school wordt behandeld, thuis zo goed mogelijk bijhouden. Als ouder/verzorger let je erop dat je kind aan de lesstof werkt.
  • In overleg met school kan je kind een aantal uur per week thuis onderwijs krijgen van bijvoorbeeld een leerkracht.
  • Via de voorziening KlasseContact kan je kind via een beeldscherm een aantal uren in de klas ‘aanwezig’ zijn om de les te volgen en contact te hebben met klasgenoten.
  • Via de digitale oplossing, de AV1 Robot, kan je kind aanwezig zijn in de klas in de vorm van een robot. Deze robot zijn de ogen, oren en stem van je kind. Deze AV1 is gratis aan te vragen.

Omdat de situatie van je kind kan veranderen, zijn er regelmatig overleggen. Hierin bekijken alle betrokkenen wat haalbaar en wenselijk is in de situatie van je kind.

Wat is leerplicht?

Kinderen hebben het recht én de plicht om naar school te gaan. Kinderen vanaf 5 jaar tot en met 16 jaar zijn volledig leerplichtig: verplicht om onderwijs te volgen. Daarna ben je als kind kwalificatieplichtig. Dit betekent dat ze tot hun 18e verjaardag naar school moeten gaan, zo lang zij niet in het bezit zijn van een startkwalificatie. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal mbo-2, havo- of vwo-niveau.

De leerplicht houdt in dat een kind regelmatig naar school gaat en geen les verzuimt. Je kind is verplicht deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of haar bestemd zijn. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de leerplicht.

Wat als ik te maken krijg met de leerplichtambtenaar?

Je krijgt te maken met de leerplichtambtenaar op het moment dat je kind thuis komt te zitten. Wanneer je kind thuis komt te zitten, zijn de school en het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor een passende oplossing. De leerplichtambtenaar denkt mee met jou als ouder/verzorger, met school en met het samenwerkingsverband. Hij volgt het proces en grijpt in waar nodig. Als ouder/verzorger ben en blijf je nauw betrokken.


Taken van een leerplichtambtenaar

Een leerplichtambtenaar ziet erop toe dat kinderen naar school gaan, wanneer dit mogelijk is. Dat betekent in ieder geval dat een kind moet ingeschreven staan op een school en dat een kind het rooster moet volgen wat voor hem is opgesteld.

Als je kind niet of weinig aanwezig is op school of er blijft een andere vorm van onderwijs nodig te zijn, dan moet de school hiervoor een plan formuleren. Deze procedure wordt door de leerplichtambtenaar gevolgd. Hij geeft advies en grijpt in waar het nodig is. Als ouder/verzorger ben en blijf je nauw betrokken.

Mijn rechten en plichten als ouder of verzorger

Wij zijn het niet eens met de school. Wat kunnen we nu het beste doen?

Wanneer je het als ouder of verzorger niet eens bent met de school kun je contact opnemen met de zorgcoördinator of directeur van de school van je kind. Kom je er samen niet uit? Neem dan contact met ons op.

Wat zijn de rechten van mijn kind?

Alle kinderen hebben recht op een ononderbroken ontwikkeling (Artikel 8 passend onderwijs) en speciale rechten bij ziekte. Daarnaast hebben kinderen in sommige gevallen recht op vervoerskosten.


Recht op onderwijs

Ieder kind heeft recht op onderwijs. Dit betekent dat de basisschool gratis moet zijn voor ieder kind in Nederland. Verdere ontwikkeling op het voortgezet- en beroepsonderwijs moet toegankelijk zijn en wordt verzorgd door de overheid.

Het recht op onderwijs is voor ieder kind gelijk, wat betekent dat kinderen die extra ondersteuning nodig hebben net zo goed recht hebben op toegang tot onderwijs. Kinderen met extra onderwijsbehoeften moeten de mogelijkheid hebben om naar reguliere scholen te gaan en ondersteuning te krijgen die ze verder helpt.


Rechten bij ziekte

Een kind dat in het ziekenhuis is opgenomen, of in verband met ziekte thuis zit, heeft ook recht op onderwijs. In dit geval zal school ondersteuning bieden. Dat doen ze in overleg met een educatieve voorziening als het kind is opgenomen in het ziekenhuis, of een schoolbegeleidingsdienst in de andere gevallen. Zie voor meer informatie een site van de Rijksoverheid of het Landelijk netwerk ziek zijn en Onderwijs.

Mijn kind kan niet zelfstandig of onder begeleiding naar school reizen. Welke mogelijkheden zijn er?

Vervoerskosten voor schoolbezoeken kunnen vergoed worden voor kinderen die vanwege hun beperking niet zelfstandig of zonder begeleiding kunnen reizen. Je kunt bij jouw eigen gemeente een beroep doen op deze regeling.

Wat zijn de plichten van mijn kind?

Kinderen hebben naast rechten ook plichten, bijvoorbeeld leerplicht.


Leerplicht

Kinderen hebben het recht én de plicht om naar school te gaan. Kinderen vanaf 5 jaar tot en met 16 jaar zijn volledig leerplichtig: verplicht om onderwijs te volgen. Deze leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand nadat het kind vijf jaar oud is geworden en eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere zestien jaar oud is geworden. De leerplicht houdt in dat een kind regelmatig naar school gaat en geen les verzuimt. Je kind is verplicht deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of haar bestemd zijn. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de leerplicht.

Vrijstelling leerplicht

In zeer uitzonderlijke situaties kunnen kinderen worden vrijgesteld van de leerplicht. Bijvoorbeeld als:

  • Je kind door lichamelijke of psychische redenen niet geschikt is om tot een school te worden toegelaten. Ouders/verzorgers kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen bij de leerplichtambtenaar in de eigen gemeente.
  • Je als ouder/verzorger grote godsdienstige of levensbeschouwelijke bezwaren hebt op hoe het onderwijs in de buurt wordt gegeven. Hiervoor moet een aanvraag van de vrijstelling worden gedaan, ten minste een maand voordat de jongere leerplichtig wordt.
  • Je kind in het buitenland naar school gaat. Je kind is dan van de Nederlandse leerplicht vrijgesteld. Kinderen van ouders/verzorgers die een trekkend bestaan leiden zijn onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde maanden vrijgesteld van school.

Zie voor meer informatie over vrijstellingen van de leerplicht de website van de Rijksoverheid.


Kwalificatieplicht

Tussen de zestien en achttien jaar hebben jongeren een kwalificatieplicht als zij nog geen startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo, mbo-niveau 2 of hoger. Tijdens de kwalificatieplicht moeten jongeren volledig dagonderwijs volgen.

Wanneer mag mijn kind afwezig zijn van school?

In sommige gevallen mag je kind afwezig zijn van school. Dit heet geoorloofd verzuim. Denk aan ziekte, schorsing, of verhindering door godsdienstige verplichtingen. Het kan ook voorkomen dat de school gesloten is. Voor sommige van deze gevallen moet het schoolbestuur verlof verlenen, alleen dan heeft je kind toestemming om afwezig te zijn.

Informatie over hoe je verlof aanvraagt, vind je in de schoolgids of vraag je op bij de school van je kind.

Is je verlof korter dan tien dagen? Hierover beslist het schoolbestuur.

Is je verlof langer dan tien dagen? Hierover beslist de leerplichtambtenaar.

Wat zijn mijn rechten als ouder of verzorger?

Als ouder of verzorger heb je een aantal rechten als het gaat om onderwijs voor je kind. Zo kun je bijvoorbeeld zelf een school kiezen voor je kind, heb je recht op informatie en kun je een klacht indienen als het nodig is.


Vrijheid van onderwijs kiezen

Ouders/verzorgers hebben het recht om zelf een school te kiezen voor hun kind. Dit kan een openbare school zijn of een school met een religieuze of levensbeschouwelijke visie.


Recht op informatie

Ouders/verzorgers hebben recht op informatie zoals een schoolgids, waarin informatie staat over bijvoorbeeld de werkwijze van de school, de doelen van het onderwijs en de zorg voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Als ouder/verzorger krijg je toegang tot de schoolgids bij de inschrijving van je kind en elk jaar na de vaststelling van de schoolgids.

Daarnaast is het belangrijk dat de school goed communiceert over eventuele nieuwe regels, beslissingen worden gemotiveerd en er goede afspraken met ouders/verzorgers worden gemaakt. Als de school dit naar jouw mening niet doet, ga dan in gesprek en stel vragen als iets onduidelijk is. Je eerste aanspreekpunt is de leerkracht van je kind. Kom je er samen niet uit? Zoek dan contact met het schoolhoofd.

Recht op informatie over je kind

De school is verplicht informatie te geven aan beide gezaghebbende ouders/verzorgers over de vorderingen van het kind. Er mag daarbij niet vanuit worden gegaan dat de ene partner de ander inlicht. Ben je gescheiden van je partner en heb je beiden nog gezag over je kind? Dan moet de school jullie allebei bij belangrijke beslissingen betrekken. Bij alledaagse beslissingen heeft de school genoeg aan de goedkeuring van de ouder/verzorger bij wie het kind woont.

Als je geen gezag hebt over je kind, heb je alsnog recht op informatie. Je zult hier dan naar moeten vragen, omdat de school je niet verplicht is deze informatie te geven.

Klachten

Als ouder/verzorger kun je klachten hebben tegenover de school over discriminatie, het niet nemen van een beslissing, het niet (tijdig) ingrijpen bij pesten of ruzie in de klas. Als je een klacht hebt, dan heb je als ouder of verzorger het recht om een klacht in te dienen bij een klachtencommissie. De klachtenregeling vind je in de schoolgids.

Veel scholen zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie (LKC). De klachtencommissie bestaat uit minstens drie leden, waarvan de voorzitter niet op de school werkzaam is. Ook mag diegene over wiens gedragingen de klacht gaat, niet deelnemen in de behandeling van de klacht. Zo wordt jouw klacht rechtvaardig behandeld.

Binnen vier weken na de zitting oordeelt de klachtencommissie over de klacht en wordt een advies gegeven aan het schoolbestuur. Dit is geen bindend advies. De school mag dus besluiten het oordeel naast zich neer te leggen, maar dit komt weinig voor. Welke maatregelen er aan de hand van het advies worden getroffen, worden medegedeeld door het schoolbestuur aan de klachtencommissie en diegene die de klacht heeft ingediend. Meer informatie over de klachtencommissie en hun werkwijze vind je hier.

Andere rechten

Als ouder/verzorger heb je ook de mogelijkheid om ondersteunende werkzaamheden te verrichten voor de school. Zo kunnen ouders/verzorgers betrokken raken bij de school van hun kind door te helpen bij het overblijven, lid te worden van een medezeggenschapsraad, of door klassenuitjes te begeleiden.

Wat zijn mijn plichten als ouder of verzorger?

Als ouder of verzorger ben je verantwoordelijk voor het welbevinden van je kind. Daarnaast zijn er plichten tegenover school, zoals het vertonen van gewenst gedrag.


Gewenst gedrag

Als ouder of verzorger ben je verplicht je goed te gedragen naar leraren, het schoolbestuur, andere ouders/verzorgers en leerlingen. Dit houdt in dat er geen geweld, intimidatie of stalking plaats mag vinden. Wanneer zulke situaties zich voor doen, moet de school in gesprek gaan met ouders en andersom geldt hetzelfde. Als ouder/verzorger moet je bij onduidelijkheden of conflicten actief vragen stellen en steun zoeken als je er niet uitkomt. In het geval van een conflict heb je als ouder/verzorger de plicht om de school op een normale en rationele manier te benaderen.


Informatieplicht

School heeft een informatieplicht richting ouders/verzorgers. Andersom geldt hetzelfde: ouders/verzorgers hebben een informatieplicht ten opzichte van school. Zo moeten gescheiden ouders/verzorgers school op tijd op de hoogte stellen van afspraken tussen de ex-partners, zeker wanneer de verhoudingen gespannen zijn.

Wat zijn de rechten van school?

Scholen hebben rechten. Ze mogen bijvoorbeeld zelf het onderwijs inrichten, kunnen beslissen over toelating en verwijdering van leerlingen en mogen ordemaatregelen of schorsingen doorvoeren.


Vrijheid van onderwijs

In Artikel 23 van de Grondwet staat het recht op vrijheid van onderwijs. Iedereen kan op grond van dit artikel een school oprichten en het onderwijs zelf inrichten. Wel heeft de overheid randvoorwaarden opgesteld waaraan scholen moeten voldoen, zoals het verplichten van bepaalde vakken.


Toelating

De school beslist over de toelating tot en de verwijdering van de school. De toelating mag niet afhangen van geld, godsdienst of levensbeschouwing. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen.

Om een aanmelding van een kind met extra ondersteuningsbehoeften te beoordelen, zullen de ouders/verzorgers extra gegevens moeten verstrekken. Als je weigert gegevens aan de school te verstrekken over eventuele ondersteuningsbehoeften van je kind, dan kan de school besluiten om de aanmelding niet te behandelen.

Als een leerling wordt geweigerd omdat de school niet de extra ondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft, draagt de school er zorg voor dat dat er een andere geschikte school wordt gevonden.


Ordemaatregelen

Als kinderen zich misdragen, mag school reageren met een ordemaatregel. Dit doet zich voor als een leerkracht ingrijpt in een situatie in de klas, zonder dat het schoolbestuur daar een direct besluit over neemt. Denk aan situaties waarbij de leerkracht een leerling terechtwijst, of aan een situatie waarbij leerlingen fysiek moeten worden aangeraakt om orde te bewaren. Dit is alleen geoorloofd als er gegronde redenen voor zijn. Bijvoorbeeld om je kind tegen zichzelf of tegen andere kinderen te beschermen.

Het in beslag nemen van de telefoon en ander apparatuur wordt onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Zo moet van tevoren kenbaar zijn wat wel en niet mag.


Schorsing

Het schoolbestuur kan een kind met opgave van reden voor een periode van maximaal een week schorsen. De beslissing tot schorsing stuurt school per brief aan jou als ouder of verzorger. Bij schorsingen van langer dan een dag, wordt de onderwijsinspectie op de hoogte gesteld. Voorafgaand aan de schorsing kan de school een leerling nog schriftelijk terechtwijzen of overplaatsen naar een parallelklas.

Verwijdering

Een kind kan worden verwijderd van school, maar alleen nadat de betrokken groepsleraar en jij als ouder/verzorger bent gehoord. Een verwijdering wordt gezien als laatste optie. Er moeten zwaarwegende redenen tot verwijdering zijn. Verder moet de school er ook zorg voor hebben gedragen dat een andere school je kind toe wil laten.

Wat zijn de plichten van school?

Scholen hebben verschillende plichten. Zo moeten scholen zich houden aan het Kinderrechtenverdrag en de Salamanca Verklaring. Ook hebben scholen zorgplicht en informatieplicht richting kinderen en ouders/verzorgers.


Invulling onderwijs

In het Kinderrechtenverdrag staan doelen waaraan het onderwijs moet voldoen. Zo moet onderwijs gericht zijn op de ontwikkeling van de persoonlijkheid, talenten en mentale en fysieke vermogens van het kind.

Uit de Salamanca Verklaring, blijkt dat ieder kind verschillende karaktereigenschappen, interesses, capaciteiten en leerbehoeften heeft. Het onderwijs moet ontworpen zijn om met deze verschillen rekening te houden.


Zorgplicht voor een veilige omgeving

Scholen moeten ervoor zorgen dat de onderwijsomgeving voor kinderen veilig is op sociaal, psychisch en fysiek gebied. Er moet een veilige en positieve sfeer op school zijn.

De school moet maatregelen nemen om pesten, discriminatie, geweld en andere soorten van ongepast gedrag tegen te gaan. Hiervoor moet de school een aanspreekpunt en coördinator aanstellen.

Daarnaast moet er een beleid zijn rondom de veiligheid van de leerlingen. Deze moet de school periodiek monitoren. Hoe de school dat doet kiezen ze zelf, maar het moet wel aan de wet voldoen (zie website van de Onderwijsinspectie).

Ook heeft de school zorgplicht voor een veilige omgeving rondom het schoolgebouw, alles wat in het zicht van het schoolgebouw plaatsvindt en het schoolterrein.

Als ouders/verzorgers erom vragen, moeten scholen een tussenschoolse en buitenschoolse opvang organiseren. Het schoolbestuur zorgt ervoor dat kinderen op een veilige en kindvriendelijke manier kunnen overblijven. De kosten hiervan zijn voor de ouders/verzorgers.

Zorgplicht: meldcode huiselijk geweld

Scholen moeten een meldcode hebben vastgesteld, waarin ze aangeven hoe ze omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze meldcode moet eraan bijdragen dat er snel hulp wordt geboden. Ouders/verzorgers en andere betrokkenen kunnen de meldcode meestal terugvinden in de schoolgids, op de website of in een folder.

Als er sprake is van acute of structurele onveiligheid, kan school een melding doen bij Veilig Thuis.


Zorgplicht kwaliteit onderwijs

De school draagt zorgplicht voor een goede kwaliteit van onderwijs. Leerlingen mogen verwachten dat het onderwijs van kwaliteit is. De kwaliteit van het onderwijs is slecht als de resultaten van het kind aan het einde van het zevende en achtste schooljaar ernstig tekortschieten op het gebied van Nederlandse taal en rekenen.

Als scholen zich niet aan deze zorgplicht houden, kan dat leiden tot civielrechtelijke aansprakelijkheid van de school tegenover de leerling. De rechter toetst bij deze zorgplicht alleen de inspanningen van de school en niet de resultaten. De rechter bepaalt dus niet hoe het onderwijs wordt gegeven, maar wel of het aan minimum kwaliteitsvereisten voldoet. De bewijslast ligt bij de ouders/verzorgers, dit houdt in dat ze aan moeten tonen dat de school door ernstig nalaten slechte kwaliteit van onderwijs heeft geleverd en dat daardoor het kind een leerachterstand heeft opgelopen.


Informatieplicht

De school is verplicht informatie aan ouders/verzorgers te geven over de voortgang van elk kind.

Wat is de zorgplicht van school?

Wat houdt de zorgplicht in?

Scholen hebben de zorgplicht om ieder kind een passende onderwijsplek te geven. Sinds 2014 bestaan er samenwerkingsverbanden tussen scholen om ervoor te zorgen dat ieder kind zich kan ontwikkelen, zoals dat staat beschreven in de Wet Passend Onderwijs.

Als een kind extra begeleiding of ondersteuning nodig heeft, wordt er eerst op school gekeken of daar de benodigde hulp gegeven kan worden. Wanneer een school dat niet kan bieden, moet de school op zoek gaan naar een school die dit wel kan bieden. Dit gaat altijd in overleg met de ouders/verzorgers.

Voor wie geldt de Wet Passend Onderwijs?

De Wet Passend Onderwijs is er voor kinderen die langdurig ziek zijn, kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen.

Voor kinderen met visuele of auditieve beperkingen, of ernstige spraak- en taalmoeilijkheden wordt de zorgplicht nog op landelijk niveau geregeld en dus niet met regionale samenwerkingsverbanden. Voor hen is de Wet Passend Onderwijs niet van toepassing.

Hoe werkt de zorgplicht?

Het schoolbestuur heeft de plicht om te onderzoeken of een kind extra ondersteuning nodig heeft. Als ouder/verzorger moet je bij de aanmelding aangeven of je vermoedt dat je kind extra ondersteuning nodig zal hebben. Nadat de aanmelding is ontvangen, heeft de school zes weken de tijd om een passende plek te vinden. Bij voorkeur op de eigen school, en als dat niet mogelijk is, op een andere school in de regio. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd.

Als er na tien weken geen passende plek is gevonden, krijgt je kind een tijdelijke toelating op de school waar je je kind hebt aangemeld, totdat er een andere, geschiktere school is gevonden.

Ook als je kind al op school zit en jullie later ontdekken dat extra ondersteuning nodig is, heeft de school een zorgplicht. De school moet onderzoeken of kinderen extra ondersteuning nodig hebben en een passende plek voor hen vinden. Als een school je kind weigert of verwijdert, moet het schoolbestuur hiervoor een goede motivatie hebben.

Waar kan ik een klacht indienen?

Ben je het niet eens met de ondersteuning die je kind krijgt? Of met de plaatsing van jouw kind op een school? Of heb je een andere klacht? Probeer hier eerst over in gesprek te gaan met de school, eventueel met de interne begeleider of zorgcoördinator erbij. Mocht dat niet werken, neem dan contact met ons op. Samen met jou en de school bespreken we hoe we de situatie kunnen oplossen.

Binnen zes weken na het ontvangen van de Toelaatbaarheidsverklaring kun je als ouder of verzorger bezwaar indienen bij een adviescommissie van het samenwerkingsverband of bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT), die binnen vier weken een beslissing neemt.

Binnen zes weken na afgifte van de TLV kun je ook nog bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) terecht voor een advies over:

  • de (weigering van) toelating van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben;
  • verwijdering van een kind;
  • bijstelling van het ontwikkelingsperspectief van het kind.

Wat gebeurt er als mijn kind niet aanwezig is op school?

Het is belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan en zich hier veilig voelen. Het streven is dat alle kinderen zoveel mogelijk deelnemen aan het onderwijs. Het is daarom belangrijk om naar de schoolaanwezigheid te kijken en niet alleen naar het verzuim. Het verschilt per school wat het beleid is ten aanzien van de schoolaanwezigheid. Meer informatie vind je in de schoolgids van de school waar jouw kind op staat ingeschreven.

Mijn kind is zonder geldige reden niet aanwezig op school. Wat gebeurt er?

Als je kind vaker niet aanwezig is op school zonder geldige reden, dan schakelt school de leerplichtambtenaar in. Scholen zijn verplicht schoolverzuim van meer dan 16 uur in 4 opeenvolgende lesweken te melden. Soms wordt ook korter schoolverzuim gemeld, omdat kortdurend schoolverzuim het begin kan zijn van langdurig en structureel verzuim. Te laat komen voor de les is ook een vorm van ongeoorloofd schoolverzuim.


Schoolverzuim

Aanhoudend schoolverzuim vormt een bedreiging voor de ontwikkeling van het kind. Daarom hebben het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Halt en Ingrado gewerkt aan de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS). Hierbij wordt ingezet op preventie en vrijwillige (jeugd)hulp.


Wat gebeurt er als mijn kind school verzuimt?

Wanneer je kind school verzuimt, gaat de leerplichtambtenaar onderzoek doen naar de oorzaken. Als jouw kind twaalf jaar of ouder/verzorger is en ongeoorloofd wegblijft, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaken en doorsturen naar Bureau Halt voor een eventuele taakstraf.

Ook ouders/verzorgers kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor het ongeoorloofd verzuim van hun kind. De leerplichtambtenaar maakt in dat geval ook een proces-verbaal op. De leerplichtambtenaar kan daarnaast een rol als bemiddelaar spelen bij als je kind van school wordt verwijderd of herplaatst wordt op een andere school. Dit blijft wel altijd de verantwoordelijkheid van school.

Wat mag de leerplichtambtenaar doen als mijn kind verzuimt?

De leerplichtambtenaar kan een officiële waarschuwing geven aan jou als ouder/verzorger en aan het kind. Ook kan hij een proces-verbaal opmaken en deze naar Bureau Halt doorsturen in het geval van licht schoolverzuim, of naar het Openbaar Ministerie bij groter schoolverzuim. Daarbij gaat er ook een melding naar de Raad voor de Kinderbescherming. Ook kan de leerplichtambtenaar een melding doen bij Veilig Thuis, het meldpunt voor huiselijk geweld, als er tekens zijn die in de richting van kindermishandeling wijzen. Als de leerplichtambtenaar zich zorgen maakt over het kind, mag hij ook een melding doen in de Verwijsindex. Ten slotte kan de leerplichtambtenaar bij de Sociale Verzekeringsbank een melding doen, waarna de kinderbijslag (tijdelijk) kan worden stopgezet.

Wie bepaalt welke ondersteuning mijn kind krijgt?

Welke ondersteuning je kind krijgt, wordt door school bepaald, in goed overleg met jou als ouder/verzorger.

Op het moment dat je als ouder/verzorger denkt dat jouw kind extra ondersteuning nodig heeft, geef dit dan zo snel mogelijk door aan de school. Samen met jou onderzoekt de school welke ondersteuning jouw kind nodig heeft en bekijkt of ze die ondersteuning kunnen bieden. Als de school dat niet kan bieden, draagt de school er zorg voor om een plek te vinden voor jouw kind op een andere school.

Wanneer jouw kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt dit ook opgeschreven in een ontwikkelingsperspectiefplan. Hierin staat een omschrijving van begeleiding die je kind nodig heeft. Deze moet binnen zes weken na inschrijving vastgesteld worden, waarna het plan ten minste één keer per jaar met jou als ouder/verzorger moet worden geëvalueerd.

Wat is een zorgoverleg in school?

Op het moment dat je kind extra ondersteuning nodig heeft, schuif je als ouder/verzorger aan bij het zorgoverleg op school. Het zorgoverleg is een overleg over de ondersteuning van je kind. Als het kan, is je kind hier zelf ook bij aanwezig. Het overleg kan worden gevoerd op verzoek van de ouders/verzorgers of van de school. Scholen kennen hier twee verschillende termen voor, zorgoverleg of MDO. Voor de ontwikkeling van je kind is het van groot belang om helder te krijgen welke ondersteuning nodig is. En dat ouders/verzorgers, het kind en de school antwoord krijgen op hun vragen over de ontwikkeling en ondersteuning. Soms is hier de expertise en samenwerking voor nodig van professionals van buiten de school.

Wie mogen er aanwezig zijn bij het zorgoverleg?

Op het moment dat je kind extra ondersteuning nodig heeft, schuif je als ouder/verzorger aan bij het zorgoverleg in school. Bij het zorgoverleg is meestal een vaste groep mensen aanwezig. Dit zijn het kind, de ouders/verzorgers, de mentor, de zorgcoördinator, de orthopedagoog en/of de ambulant jeugdhulpverlener van de school. Daarnaast zijn soms meer professionals betrokken. Denk aan de leerplichtambtenaar, een gedragsdeskundige, de politie, de huisarts of een tolk.

Indien er jeugdhulp vanuit de gemeente nodig is, hoe gaat dat dan?

Vanuit de gemeente wordt meegedacht met kinderen, jongeren en gezinnen als er zorgen zijn en wordt hulp ingezet als dit nodig is. Dit zijn bijvoorbeeld wijkcoaches, consulenten of jeugdregisseurs. Deze contactpersoon is namens de gemeente verbonden aan de school als aanspreekpunt voor ouders/verzorgers wanneer zij ondersteuning kunnen gebruiken bij de begeleiding en opvoeding van hun kind thuis.

De wijkcoach, consulent of jeugdregisseur brengt eerst samen met jou in kaart wat precies de ondersteuningsvraag is. Vervolgens begeleidt deze je bij het vinden van de juiste hulp. De ambulant jeugdhulpverlener van de school of de zorgcoördinator kan je in contact brengen met de juiste persoon van de gemeente, maar je kunt ook zelf rechtstreeks contact opnemen met de gemeente waar je woont.

Mogen gesprekken op school worden opgenomen?

Wanneer je een gesprek hebt met de school, mag je dit opnemen. Het kan namelijk fijn zijn om het gesprek later nog eens terug te luisteren. Dit recht werkt twee kanten op. De school mag dus ook gesprekken met jou opnemen. Deelnemers aan het gesprek mogen een ander de opdracht geven om het gesprek op te nemen. In het Wetboek van Strafrecht staat dat het verboden is om een gesprek op te nemen wanneer je niet zelf deelnemer aan het gesprek bent.

Op grond van deze wet hoef je niet te melden dat je een gesprek opneemt. Toch raden we je aan om dit wel te doen, gezien de verstandhouding met de school.

De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) heeft als beleid dat zij audiobestanden alleen toelaat als deze als noodzakelijk worden geacht om de klacht te onderbouwen en dit niet op een andere manier kan. Er dient dan sprake te zijn van ‘bewijsnood’. De voorzitter van de LKC beoordeelt of het audiobestand tot een dossier wordt toegelaten. Dit geldt voor audiobestanden die zowel met als zonder toestemming zijn opgenomen.


Mag je het gesprek publiceren?

Het opgenomen gesprek mag niet gedeeld worden zonder toestemming, omdat dit leidt tot schending van iemands privacy. Wanneer er geen toestemming is gevraagd, kan de andere partij de openbaring met succes aanvechten door zich te beroepen op de privacywetgeving (AVG). Als je het gesprek graag openbaar wilt maken, heb je toestemming nodig van diegene met wie je het gesprek hebt gevoerd.

Een uitzondering is als er sprake is van een groot (maatschappelijk) belang om het gesprek te delen. Denk aan zeldzame situaties waarin de geheimhoudingsplicht van een benoemingscommissie wordt geschonden.

Wat is de wetgeving rondom het delen van beeldmateriaal?

Voor het delen van beeldmateriaal, zoals foto’s of filmpjes van je kind, is toestemming nodig. Wanneer de school beeldmateriaal van je kind wil delen voor de promotie van de school of andere schoolactiviteiten, zullen ze toestemming moeten vragen aan de ouders of verzorgers van het kind. Deze toestemming is specifiek, wat betekent dat een foto voor in de schoolgids niet ook zomaar op Instagram mag worden gepubliceerd.

Hetzelfde geldt voor jou als ouder/verzorger. Wanneer je foto’s wilt delen van jouw kind waar ook andere kinderen zichtbaar op zijn, zal je toestemming nodig hebben om de foto te mogen delen.

Wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)?

Als je het niet eens bent met het besluit over de toelaatbaarheidsverklaring, kun je een bezwaar indienen via een bezwaarschriftprocedure.

Ons samenwerkingsverband is aangesloten bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring. Deze commissie geeft een advies die het samenwerkingsverband in overweging neemt bij de beslissing over het bezwaar dat is ingediend.

Kan ik de dossiers op Indigo inzien?

Ja, want als ouder of verzorger heb je altijd het recht om het dossier van je minderjarige kind in te zien of op te vragen. Hiervoor kun je een verzoek indienen bij de school waar je kind op zit.

Via Indigo wisselen de school en het samenwerkingsverband gegevens uit over leerlingen. In dit dossier staan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften beschreven over een leerling. Dit dossier wordt gebruikt voor de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring.

Hoe lang worden de dossiers op Indigo bewaard?

Het is wettelijk vastgelegd hoe lang dossiers bewaard mogen worden. Na deze termijn wordt het dossier automatisch vernietigd.


School

De school bewaart tot 5 jaar na vertrek van de leerling alle gegevens in de leerlingenadministratie en het Indigo dossier.


Samenwerkingsverband

Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens na de afgifte van de toelaatbaarheidsverklaring tot 3 jaar in Indigo, die nodig zijn voor advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling of het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring.


Persoonsgegevens

Het bewaren van persoonsgegevens is gebonden aan regels. Voor sommige typen persoonsgegevens gelden wettelijke termijnen.
Welke wettelijke termijnen gelden hangt af van de wet waaronder de persoonsgegevens vallen.


Financiële gegevens

Financiële gegevens worden tot zeven jaar bewaard. Dit betreft gegevens die nodig zijn voor het berekenen van de hoogte van financiële en fiscale bekostiging van de instelling. Denk aan gegevens zoals NAW-gegevens, datum afgifte, afloop beschikking en vermelding van advies deskundigen.