Begrippenlijst

Basisondersteuning
Basisondersteuning is hulp die iedere school zou moeten bieden, bijvoorbeeld bij lees- of rekenproblemen. Denk aan hulpmiddelen bij dyslexie of dyscalculie.

Coach
In het voortgezet onderwijs heeft iedere leerling een mentor of een coach. Deze persoon is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en hun ouders/verzorgers.

Extra ondersteuning
Wanneer er meer nodig is dan de basisondersteuning, noemen we dit extra ondersteuning. Welke extra hulp een school kan bieden, staat in het schoolondersteuningsprofiel (SOP).

Handelingsdeel
Het handelingsdeel is één van de twee onderdelen van het ontwikkelingsperspectief (OPP). Hierin staat de extra hulp beschreven die nodig is om de doelen te halen.

Instemmingsrecht
De school moet ouders/verzorgers altijd om hun instemming vragen bij een ontwikkelingsperspectief (OPP) over het kind. Dat heet het instemmingsrecht. Het OPP is pas geldig wanneer de ouders/verzorgers hebben aangegeven dat ze het ermee eens zijn.

Jeugdhulp
Jeugdhulp biedt hulp bij psychische hulpvragen, een verstandelijke beperking en/of opvoedproblemen. Jeugdhulp is bedoeld voor kinderen tot 18 jaar, soms tot 23 jaar. De gemeente is verantwoordelijk voor deze hulp. Dit is geregeld in de Jeugdwet.

Leerlingdossier
In een leerlingdossier worden gegevens over een leerling bewaard. Het dossier bestaat meestal uit twee componenten: de leerling-administratie en een inhoudelijk gedeelte, gericht op onderwijskundige aspecten en begeleidingsaspecten.

Leerlingenvervoer
Vervoer voor kinderen die niet zelf naar school kunnen, noem je leerlingenvervoer. Het gaat om kinderen die bijvoorbeeld door een handicap, ziekte of gedragsproblemen niet zelfstandig kunnen reizen. Ook kinderen die ver weg van school wonen, kunnen gebruikmaken van leerlingenvervoer. Leerlingenvervoer kan worden aangevraagd bij de gemeente.

Indigo
Dit is een programma dat wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen, het overdragen van leerling dossiers en het vastleggen van consulten met de adviseur passend onderwijs.

Leerplichtambtenaar
Elke gemeente heeft minstens één leerplichtambtenaar in dienst die onder andere controleert of kinderen naar school gaan. Als ouder/verzorger kun je bij de leerplichtambtenaar ontheffingen en vrijstellingen aanvragen. Ook kan de leerplichtambtenaar helpen zoeken naar oplossingen wanneer er problemen zijn met naar school gaan.

Mentor
In het voortgezet onderwijs heeft iedere leerling een mentor of een coach. Deze persoon is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en hun ouders of verzorgers.

Ondersteuningsplan
De afspraken die een samenwerkingsverband maakt over extra ondersteuning, staan in een ondersteuningsplan. Dit plan wordt gebruikt door de scholen binnen het samenwerkingsverband om passend onderwijs te bieden aan alle kinderen in de regio.

Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Scholen maken een plan voor elke leerling die extra hulp nodig heeft: het zogenaamde ontwikkelingsperspectief (OPP). Daar staat in wat de school doet om het kind op een goede manier te laten leren en welke doelen daarbij horen.
Een ontwikkelingsperspectief bestaat vaak uit twee delen: het uitstroomprofiel en het handelingsdeel. Het uitstroomprofiel gaat over het onderwijsniveau waar een kind naartoe werkt. Welk onderwijs kan een kind na de basisschool gaan volgen? Het handelingsdeel gaat over de extra hulp om de doelen in het plan te halen. Over dit deel moeten de ouders/verzorgers en de school het samen eens worden. Daarom heet het ook wel ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ of ‘OOGO’.

Passend onderwijs
Passend onderwijs wil zeggen dat alle kinderen onderwijs krijgen dat bij ze past. Op een reguliere school, op een school in het speciaal basisonderwijs (SBO), het speciaal onderwijs (SO), het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of het praktijkonderwijs (PRO). Schoolbesturen zijn verplicht om voor iedere leerling die is ingeschreven of aangemeld passend onderwijs te bieden.

Praktijkonderwijs
Praktijkscholen zijn middelbare scholen waar leerlingen vooral leren door te doen. Leerlingen krijgen in het praktijkonderwijs veel begeleiding in kleine klassen. Met een opleiding op een praktijkschool kunnen ze later praktisch werk gaan doen in bijvoorbeeld de techniek, zorg, persoonlijke verzorging of horeca. Of ze kunnen doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).

Samenwerkingsverband
Reguliere scholen, scholen voor speciaal onderwijs en scholen in het speciaal basisonderwijs werken regionaal met elkaar samen. Dat doen ze in een samenwerkingsverband (SWV). Daarin maken ze afspraken: bijvoorbeeld over welke hulp scholen bieden en voor welke leerlingen plaats is in het speciaal (basis)onderwijs. Ook overleggen ze met elkaar over de verdeling van het geld voor passend onderwijs. Al deze afspraken leggen ze vast in een ondersteuningsplan.

Schoolbestuur
Schoolbesturen dragen de eindverantwoordelijkheid voor alle beslissingen die over de school gaan. Vaak vallen onder één bestuur meerdere scholen. Schoolbesturen hebben zorgplicht. Dit betekent dat alle kinderen die zich hebben aangemeld of ingeschreven bij de school, passend onderwijs moeten krijgen. Dat hoeft niet altijd op een school van dat bestuur te zijn. Een schoolbestuur kan ook een andere school vinden die beter in staat is om hulp te bieden.

Schoolondersteuningsprofiel (SOP)
Een schoolondersteuningsprofiel (SOP) is een document waarin staat welke ondersteuning de school kan geven. Scholen moeten iedere vier jaar een nieuw SOP maken. Het document is te vinden op de website van de school of in de schoolgids.

Startkwalificatie
Een startkwalificatie is een diploma op mbo- (niveau 2 of hoger), havo- of vwo-niveau.

Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Als je kind naar het speciaal onderwijs gaat, vraagt de nieuwe school om een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). In de TLV staat welke hulp je kind nodig heeft. Ook staan er adviezen in van minstens twee onafhankelijke deskundigen, zoals een orthopedagoog, psycholoog, arts, kinderpsychiater of maatschappelijk werker.

Voortgezet speciaal onderwijs (VSO)
Het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is voor leerlingen die méér extra hulp nodig hebben dan een reguliere school kan bieden. De klassen zijn meestal kleiner, er wordt minder van lokaal gewisseld en er is extra hulp. De leerdoelen kunnen anders zijn dan op een reguliere school en ook kunnen leerlingen soms op een andere manier eindexamen doen.

Vrijstelling
Soms kan een kind dat leerplichtig is toch niet naar school, bijvoorbeeld door lichamelijke of psychische problemen. Soms is het dan mogelijk dat een kind vrijstelling krijgt.

Zorgcoördinator
De zorgcoördinator (ook wel ondersteuningscoördinator of intern begeleider) is een medewerker van school die zich bezighoudt met leerlingenzorg.

Zorgoverleg
Iedere basisschool kent interne overleggen waarin leerlingen waar zorgen over zijn, worden besproken. Deze overleggen worden verschillend genoemd. Bij sommige scholen noemen ze dit ‘School Ondersteunings Team’ (SOT), Diepte-team of Multidisciplinair overleg (MDO). Daarom noemen we het op onze website ‘zorgoverleg’.

Het doel van deze overleggen is om met de ouders, anderen ín de school en met betrokkenen van búiten de school de zorgen te delen. Denk aan hulpverlening of kinderopvang. De plannen voor kinderen en gezinnen worden samen opgesteld, gevolgd en geëvalueerd. Wil je weten welk overleg er op de school van jouw kind is? Neem dan contact op met de leerkracht of intern begeleider van de school.

Zorgplicht
Het bestuur van een school is verplicht om iedere leerling die is ingeschreven of aangemeld, passend onderwijs te geven, dit noemen we zorgplicht. Als de school niet de benodigde hulp kan bieden, is het bestuur verplicht te helpen bij het vinden van een passende school voor de leerling.